Gaat over oefententamen nr. 1
76.1 Deze vraag gaat over de tentamencasus.
Welke stelling is juist?
a De regressiecoëfficiënt voor het verband tussen hoe vaak een kind op de pop gaat zitten en hoe vaak een kind op de pop schiet is in deze steekproef ongeveer een halve standaarddeviatie groot.
b Hoe vaak een kind op de pop gaat zitten verklaart in deze steekproef bijna de helft van de variantie in hoe vaak een kind op de pop schiet.
Waarom is dit antwoord A i.p.v. B? Op basis van welke data kan je dit in je output zien? Regressiecoefficient zegt toch niks over de standaarddeviatie?
Groet Margery