Opdracht 4.3.2 geeft in een gele tabel de p waarden van 3 verschillende modellen. Ik begrijp echter niet hoe je aan deze p waarde komt.
Het berekenen van de ICC begrijp ik. Als we model B1 als voorbeeld nemen is daar de ICC 0,005/(0,005+0,457) = 0.0108. Dus 1% van de variantie wordt verklaard door de competentie van de docent. Maar waar komt dan de p waarde die bij deze correlatie hoort vandaan?
edit; ik twijfel ineens of ik wel de goede G gebruik. G is de variantie in het model die afhankelijk is van de groep. Er worden in de tabel estimates of covariance parameters 2 estimates gegeven; die van het intercept van subject teacher en die van competentie van subject teacher. Wat representeren deze waarden nu precies?