verwerkingsopdracht 4.2 - vraag 2

Question

Nog een andere vraag over verwerkingopdracht 4.2

In de uitwerking staat: de uitkomsten zijn grotendeels vergelijkbaar met de vorige analyse zonder covariaat; de effecten zijn wel iets sterker omdat de covariaat blijkbaar toch een beetje storende variantie wegneemt. 

Maar in mijn output en in de output van de uitwerking krijg ik lagere F-waarden en kleinere effectgroottes in de analyse zonder covariaat. Hoe kan dit? 

Je zou toch verwachten dat de F-waarde groter wordt als er een covariaat opgenomen wordt, omdat de variantie waardoor je deelt (SSr, onverklaarde variantie) kleiner wordt? Wat begrijp ik hier niet? 

Punt ter verbetering: ik vind opdracht 4.2 erg onduidelijk, en de uitwerking erg beperkt. We worden gevraagd een ingewikkelde analyse uit te voeren, maar de resultaten van de analyse worden maar heel beperkt besproken. Dit zorgt bij mij voor veel vraagtekens

Answer 1

Ik zal vandaag of morgen nog even kritisch naar de opdracht kijken en eventueel aanpassingen maken aan toelichting, etc.

Het kan mogelijk zijn dat toevoegen van een covariaat de fit van een predictor verslechterd. Dit kan het geval zijn wanneer covariaat en predictor (hoog) met elkaar gecorreleerd zijn, dus wanneer de covariaat in verhouding meer variantie deelt met de predictor dan met de afhankelijke variabele. Het stukje dat dan wegeknipt wordt in de afhankelijke variabele is niet genoeg om het stukje dat weggeknipt wordt in de gedeelde variantie tussen predictor en afhankelijke variabele te compenseren. Ik zou dan even moeten uitzoeken of dit een waarschijnlijke reden is voor de uitkomsten zoals in deze vraag beschreven