Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
Volgens de antwoordsleutel bij deze vraag klopt de stelling 'hoe vaak een kind op de pop schiet verklaart in deze steekproef ongeveer een vijfde van de variantie in hoe vaak een kind op de pop gaat zitten'.

Ik dacht dat het andersom was. In de oefencasus staat de volgende vraag aan de hand waarvan ik een regressieanalyse heb toegepast:

Hoe ziet het model eruit waarmee voorspeld kan worden hoe vaak een kind op de pop schiet, op basis van het aantal keren dat het kind op de pop gaat zitten?

De formule die hierbij hoort is:

aantal keren op de pop schieten = intercept + hellingscoëfficient * aantal keren op de pop zitten. R2 is 0.198. Mijn conclusie was dat ongeveer een vijfde van de variantie van 'aantal keren op de pop schieten' kan worden verklaard door 'aantal keren op de pop zitten.

Waar gaat het mis in deze redenering?
in Inleiding Onderzoek (OIO, PB02x2; was Inleiding Data Analyse, IDA) door (270 punten)
bewerkt door

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks
 
Beste antwoord
Je redenatie is goed, er stond een foutje in het oefententamen. Het moet inderdaad andersom zijn. Dit is inmiddels aangepast.
door (49.7k punten)
geselecteerd door
...