Het punt van de 'paring' in de t-toets betreft afhankelijkheid van de datasets. Twee partners lijken meer op elkaar dan op willekeurige andere partners. Daarom zijn bijvoorbeeld vaders en moeders afhankelijk; een moeder deelt meer met de vader waar ze al jaren mee samenwoont dan met een willekeurige andere vader. De redenering voor herhaalde metingen is hetzelfde; als je dezelfde persoon twee maal meet, lijkt die persoon op het tweede meetmoment meer op dezelfde persoon op het eerste meetmoment, dan op een willekeurige andere persoon op het eerste meetmoment. Ook een vorm van afhankelijkheid dus.
Bij gepaarde t-toetsen gaat het dus niet om herhaling van de meting in tijd; het kan ook herhaling van de meting zijn bij verschillende aspecten of onderdelen. Als een tandarts bijvoorbeeld onderkaken en bovenkaken vergelijkt, is ook een gepaarde t-toets nodig, omdat de onderkaak van een persoon meer lijkt op de bovenkaak van diezelfde persoon dan op een willekeurige andere bovenkaak.