De richting is niet wat maakt dat iets posthoc of contrast wordt. Er is geen enkele koppeling tussen deze dingen. De vraag is niet over de richting, maar over de verwachting van een verband in het algemeen. Als je bij drie groepen geen specifieke verwachting hebt over welke groep van welke zou verschillen (maar gewoon algemeen ‘ze zullen verschillen’), dan is een posthoc gepast. Ook als je hypothese neerkomt op ‘alles verschilt van alles’, zelfs als die verschillen al specifiek zijn (A groter dan B, A groter dan C, en B groter dan C), dan is posthoc gepast, want je moet alles vergelijken met alles. Als je eigenlijk al weet dat je niet alles wilt vergelijken, bijvoorbeeld A vs {B,C}, en B vs C, of een variant A vs B; A vs C, dan wil je niet alles met alles vergelijken, en dan zijn contrasten zinvoller.