Het voorbeeld is expres abstract, omdat het uitleg is die voor elk mogelijk voorbeeld geldt. Met confounders kunnen dus heel veel verschillende variabelen of constructen bedoelt worden die je resultaten kunnen beinvloeden.
Een simpel voorbeeld is stel je doet een onderzoek naar twee rekenmethodes en je deelt deelnemers willekeurig in 3 groepen in, 1 is een bepaalde rekenmethode, 2 is een andere rekenmethode en 3 is de controle groep. De uitkomstmaat is score op een rekentest. Een mogelijke confounder zou intelligentie kunnnen zijn. Als er toevallig veel meer hele slimme deelnemrs in de experimentele condities zitten, dan beinvloed dat je resultaten.
Echter, zegt deze verdieping, als je zorgt voor voldoende deelnemers, dan is de kans op beinvloeding van intelligentie veel minder. Immers, hoe meer mensen hoe minder de kans dat er toevallig veel slimme mensen in een groep zitten.