ik zit vast met het begrijpen van een steekproef verdeling

Question

goedemiddag, ik zit vast met hoe ik de steekproefverdeling  moet zien. hoe ik het nu ''begrijp'' is dat het, het herhalen van steekproeven is om zo een beter beeld van de populatie als geheel te krijgen. in de cursus onderzoekspracticum inleiding onderzoek thema 3.3 wordt benoemt dat ze 12 steekproeven doen bij 100 mensen. maar waarom doen ze niet 1 steekproef van 1200 mensen? dan zou je toch hetzelfde resultaat moeten krijgen?

en dit stukje tekst is nogal wazig voor me: ''een steekproevenverdeling van gemiddelde bevat dus alle mogelijke gemiddelden die met een steekproef van een gegeven omvang (in ons geval 100) kunnen worden gevonden''

als alle mogelijke gemiddelde in een steekproef van een gegeven omvang kunnen worden gevonden, wat is dan het ''werkelijke gemiddelde'' van een populatie of van wat je wil meten?

dus terug naar mijn originele vraag hoe moet ik een steekproefverdeling zien? alvast bedankt

Answer 1

Het belangrijkste dat je hier moet onthouden is dat een steekproevenverdeling een theoretische verdeling is. Dat is dus nooit iets dat je zelf maakt of onderzoekt. Het wordt enkel in de cursus gedaan om te illustreren hoe zo'n steekproevenverdeling eruit ziet.

Het gaat dus om een theoretische verdeling die ontstaat als je - puur hypothetisch - je steekproef oneindig vaak zou herhalen. Dan krijg je een verdeling met alle mogelijke waarden die je zou kunnen vinden met die steekproef. 

Dit leggen we uit zodat je beter begrijpt wat er achter het idee van veel statistische toetsen zit.