Meestal bereken je power niet zelf, maar lees je dit af uit zgn. powertabellen. Deze kun je ook terugvinden in het openmens boek vanaf hoofdstuk 41.
Power is de kans op het vinden van een bepaald effect, aangenomen dat dit effect bestaat in de populatie. In deze voorbeelden wordt dus geredeneerd, stel dat er een effect van deze grootte aanwezig is in de populatie, hoeveel deelnemers heb je dan nodig om met een bepaalde mate van zekerheid dit effect te vinden.
Dit heeft niets te maken met het meetniveau van je variabelen, maar wordt puur berekend door te kijken naar de precieze correlatie (bijv. r = .30) en het percentage (bijv. power van 80%) en dan wordt gekeken hoeveel deelnemers je nodig hebt. Of je kunt ook zeggen, zoals in dit voorbeeld gebeurt, als ik maar zoveel deelnemers heb wat is dan de kans dat ik de correlatie uit de populatie vindt in mijn steekproef. In dit geval is dat dus erg laag. Die 20% staat voor 20% power.
Je kunt dit dus aflezen uit power tabellen. Het is niet nodig dit zelf te berekenen.