Het is ook een beetje tegenintuitief, maar gelukkig duidelijk uit te leggen.
Als je vier groepen hebt: {A, B, C, D}, dan kun je de volgende paren (combinaties) vormen:
- {A, B}
- {A, C}
- {A, D}
- {B, C}
- {B, D}
- {C, D}
Je zou ook kunnen stellen dat er 12 mogelijke paren zijn (permutaties), maar dat zou hier tot dubbeling leiden, omdat {A,B} dezelfde p-waarde oplevert als {B,A}; de verdeling is symmetrisch. Om deze reden is het voldoende om het aantal mogelijke combinaties op te tellen