Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.
Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!
https://onderzoeksvragen.ou.nl/?qa=blob&qa_blobid=11122469924068605415In bijgevoegde tekst, eerste alinea, begrijp ik het voorbeeld niet.
Het interval van 0.35 tot 0.45 bij een puntschatting van de correlatie van 0.40. Betrouwbaarheidsinterval is 0.10 breed, dus dan 10%, 5% aan iedere kant van de 0.4 dus van 0.35-0.45 bij een normale verdeling. Interpreteer ik het goed als ik zeg: als een correlatie van de steekproef van 0.4 wordt verwacht, heb ik 1086 deelnemers nodig? Want de 0.4 correlatie wordt wel aangegeven in het voorbeeld, maar er wordt mijns inziens in de grafiek niets mee opgezocht of zie ik dit verkeerd.
Idem voorbeeld 2 eronder. Bij 0.4 correlatie zou dan 123 deelnemers nodig zijn bij betrouwbaarheidsinterval van 0.30 = 30%, 15%aan ieders kant.
Kan je uitleggen of mijn redenaties kloppen?
https://onderzoeksvragen.ou.nl/?qa=blob&qa_blobid=2744117434051942230