De p-waarde is de kans op een effect in je steekproef terwijl er geen effect is in de populatie. Vaak hanteren we een alfa van .05, wat betekent dat we het ok vinden als er een 5% kans is dat we iets in onze steekproef vinden en daarover zeggen dat het ook in de populatie aanwezig is, terwijl dat eigenlijk niet zo is.
In het voorbeeld dat je noemt was er een p-waarde van 0.041. De kans op het gevonden resultaat uit de steekproef terwijl de nulhypothese waar is, is dus heel erg klein. Dat is wat daar staat.
Je hebt gelijk dat we daar dan meestal de conclusie uit trekken dat we de nulhypothese kunnen verwerpen, dus dat er waarschijnlijk een effect aanwezig is in de populatie.