Doorgaans meten we in de sociale wetenschappen veel begrippen met zogenaamde Likert schalen, waarbij we dus op een 5 of 7 puntschaal meten wat iemand van iets vindt of in welke mate iemand een bepaalde eigenschap bezit. Dat zijn vaak schalen die lopen van helemaal niet tot helemaal wel en zijn eigenlijk ordinaal (categorisch), maar we behandelen ze vaak alsof ze continue zijn.
Instelling is gemeten op zo'n 5 puntschaal, dus je zou hiermee kunnen rekenen alsof het interval is. Je hebt immers voor iedereen een score tussen de 1 en 5. Daaruit kun je dan berekenen wat de gemiddelde instelling is. Dit zou nog zinnig kunnen zijn als het een schaal was die liep van laag naar hoog, maar dit loopt van het een naar het ander, dus dan kun je uit dat gemiddelde hoogstends opmaken naar welke instelling mensen gemiddeld meer neigen.