Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks

Beste docenten,

In het format van de preregistratie van het cross-sectioneel onderzoek staat een onderdeel "meetinstrument". In dit onderdeel wordt al veel informatie gegeven over het meetinstrument wat gebruikt is en wij moeten die aanvullen met informatie per construct.

Ik begrijp niet helemaal wat hier van mij verwacht wordt?

Moet ik de vragen benoemen, moet ik aangeven of ze moeten worden gehercodeerd (dit lijkt mij bij datascreening te horen) of moet ik aangeven dat bijvoorbeeld Epw_Nrm uit drie constructen bestaat Nrm_Injunct, Nrm_Descr en Nrm_MTC en dat ik voor mij onderzoek alleen Nrm_Injunct en Nrm_Descr gebruik.

Hij is voor mij wat vaag wat ik moet beschrijven per construct.

Alvast bedankt voor uw antwoord.

Met vriendelijke groet,

Mark van den Brink

in Cross-sectioneel Onderzoek (OCO, PB08x2) door (280 punten)

1 Antwoord

1 leuk 0 niet-leuks
 
Beste antwoord
Bij wetenschappelijk onderzoek gaat het altijd om de wisselwerking tussen theoretische concepten (bijv. Waargenomen Norm) en algemene conclusies aan de ene kant, en de operationalisaties van deze concepten (bijv. Epw_Nrm) en concrete waarnemingen op grond van je steekproef (de resultaten) aan de andere kant. In de methode en de resultaten richt je je vooral op het concrete, operationele niveau, terwijl je in de inleiding en discussie uitzoomt en theorieën en conclusies bespreekt waarvan je hoopt dat ze een algemene(re) geldigheid hebben, dus voorbij je eigen studie. Dit even ter inleiding.

In de methode omschrijf je alle informatie die nodig is om de studie op het concrete (geoperationaliseerde) niveau te begrijpen, en zo nodig te repliceren. Soms overigens met verwijzing naar een bijlage omdat het anders te gedetailleerd wordt. Dit geldt bijvoorbeeld voor alle individuele items, die hoef je niet op te sommen in de methodesectie. Maar een voorbeelditem wel, plus de antwoordopties/schaal waarop die is gemeten, het aantal items, eventueel minimum- en maximumscore zodat de resultaten goed te interpreteren zijn (als die niet al duidelijk uit de andere infromatie naar voren komt), en wat voor soort meetmodel er wordt aangenomen (omdat dit iets zegt over die relatie tussen de werkelijkheid (het algemene niveau) en de manier waarop we deze trachten te meten (het concrete niveau)). Overigens hoeven de precieze variabelenamen niet in het verslag komen te staan, want dat maakt het niet erg leesbaar; eventueel kan je die wel in de bijlage plaatsen, inclusief koppeling met de echte naam.

Dit bespreek je dan per construct, zodat het voor de lezer duidelijk is waar welke informatie staat. Vaak begint een alinea dan met de naam van het construct (bijvoorbeeld Injunctieve Norm, of Descriptieve Norm), hoe dit wordt gemeten, en komt de rest van bovenstaande informatie aan de orde. In het geval van Waargenomen Norm (en overigens ook de andere constructen van de RAA) is het goed om heldere namen te kiezen, omdat het zelfde construct op meerdere manieren gemeten is, namelijk algemeen en meer specifiek. (In elk geval als je de verschillende meetmethodes van min of meer hetzelfde construct ook gebruikt in je studie, dat hoeft namelijk niet per se.) Maar als je dat wel doet, zorg er dan voor dat het onderscheid duidelijk is (en idealiter ook nog waarom dit onderscheid van belang is, als het je lukt te onderbouwen). Je hoeft hier verder alleen die constructen te omschrijven die je ook daadwerkelijk in je studie gaat gebruiken.
door (3.5k punten)
geselecteerd door
Volledig duidelijk, Bedankt voor de uitleg!
...