Hoi Julia,
Bedankt voor je reactie, fijn! Ik zat ook al een beetje in dubio of de literatuur die ik aan haal niet beter bij de discussie past. Misschien zou je nog even willen meedenken en mijn redenatie willen bekijken/corrigeren? Ik wil het heel graag goed leren doen.
Het is de bedoeling dat je interviews goed met elkaar vergelijkt en verbanden legt (zie beoordelingsformulier). Nu redeneerde ik zo: ik zag dat een paar respondenten, ik noem ze even Piet, Jan, Klaas, verschillen in code x én code y. Bijvoorbeeld Piet en Jan hebben geen blauwe hoed, maar willen die wel hebben en Klaas heeft wel een blauwe hoed, maar het lijkt hem niet te interesseren. Hmm kun je denken, zou het één met het ander te maken kunnen hebben?
Is er een logica te bedenken voor dit ogenschijnlijke verband? Bijvoorbeeld, is het misschien logisch dat als je iets niet hebt, je verlangen ernaar groter is dan wanneer je iets wel hebt? Ik verzin maar iets. Dat lijkt me dan nog steeds niet helemaal voldoende, wie ben ik om dat logisch te noemen.
Vervolgens ging ik daarom opzoeken in literatuur: is daar door anderen iets over gezegd? Omdat het dan natuurlijk wat meer body krijgt, de suggestie dat er mogelijk een verband zit tussen bezit en verlangen. Stel dat ik literatuur vindt waarin dit verband ook vermoed wordt of geconstateerd.
Dan krijg je dus zoiets als: respondenten die verschillen in het wel of niet bezitten van een blauwe hoed, verschillen ook in de mate waarin de naar een blauwe hoed verlangen. Dat zou een indicatie kunnen zijn voor een verband, zoals dat ook al elders is geconstateerd.
Alleen... is er dan nog sprake van dat je dichtbij de data blijft?
En, misschien nog belangrijker gezien ik een risicomijdend type ben en je er op wijst dat er een risico aan kleeft hoe ik nu te werk ben gegaan: hoe zou de tekst waarin er een verband gelegd wordt -zoals gevraagd- er anders uit kunnen zien, op een manier die dichtbij de data blijft? Is daar een voorbeeld van? Ik zie in het voorbeeldverslag alleen voorbeelden van verbanden in de richting van: respondenten verschillen of hebben gemeen. Is dat dan eigenlijk het enige waar ik aan moet denken? En kun je dan in de discussie een mogelijke verklaring ervoor toevoegen?
Excuses voor al mijn vragen, maar ik vind kwalitatief een heel mooie methode en wil het dus heel graag goed leren.