In het boek wordt de verdubbeling van de p-waarde als volgt uitgelegd:
Deze p�-waarden moeten we wel nog verdubbelen. We kunnen de p�-waarden namelijk alleen berekenen onder aanname dat de nulhypothese klopt, en onder die aanname zijn alle afwijkingen van r=0�=0 het gevolg van toeval. Door toeval kunnen we even goed een lage correlatie vinden als een hoge correlatie. De p�-waarden die we net berekend hebben representeren alleen de kans op lagere respectievelijk hogere correlaties.
Echter snap ik deze uitleg niet helemaal. Wat wordt er bedoeld met: door toeval kunnen we ven goed een lage correlatie vinden als een hoge correlatie?