Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks

In hoorcollege 3 wordt aangegeven: minder dan 0.01 is zwak, tussen 0.06 en 0.14 middelmatig, boven 0.14 is sterk.

In de cursusstructuur (thema 7, opdracht 7.1.4) wordt aangegeven:  boven de 0.01 wordt gesproken van een klein effect, boven de 0.06 van een middelsterk effect en boven de .14 van een sterk effect.

in Inleiding Onderzoek (OIO, PB02x2; was Inleiding Data Analyse, IDA) door (120 punten)

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks
Dit zijn vuistregels voor het interpreteren van de effectmaat Omega kwadraat. Dat kan je op meerdere manieren beschrijven. Het gaat erom dat iemand besloten heeft dat .01, .06 en .14 goede afkappunten waren voor zwak, middelmatig en sterk. Dat betekent dus dat vanaf die grens er gesproken wordt van zwak, middelmatig en sterk. Dus vanaf .14 is het sterk, daarvoor is het middelmatig en daarvoor is het zwak. Of je het nu zwak of klein, middelmatig of middelsterk noemt is uitwisselbaar omdat dit hetzelfde betekent.
door (49.7k punten)

Dank. Het gaat mij niet om de terminologie zoals zwak en klein, maar om te checken of het in het hoorcollege niet goed wordt gezegd. Hier wordt gezegd "minder dan 0.01 is zwak", maar het is dus tussen 0.01 en 0.06 is zwak.

...