Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
Oefententamen 2, Ondezoekspracticum Inleiding Onderzoek.

58. In een studie met 209 deelnemers wordt neiging tot nadenken vergeleken tussen mensen die aan de OU studeren en mensen die niet aan de OU studeren. Er wordt een verschil tussen de gemiddelden gevonden van -2.01 (95% betrouwbaarheidsinterval [-2.88; -1.14]).
Is het, op basis van deze gegevens, plausibel dat de gemiddelden in de populatie verschillen?

a. Ja, op basis van deze gegevens lijkt het plausibel dat de gemiddelden in de populatie verschillen.

b. Nee, op basis van deze gegevens lijkt het plausibel dat de gemiddelden in de populatie hetzelfde

zijn.

B is het correcte antwoord, maar hoe komen ze hierop? Wat maakt het plausibel dat de gem. in de populatie verschillen, waarop wordt dat gebaseerd?

En wat betekent de -2.01?
in Inleiding Onderzoek (OIO, PB02x2; was Inleiding Data Analyse, IDA) door (170 punten)

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks
 
Beste antwoord
Het correcte antwoord op deze vraag is niet B maar A. Hoe je dit moet lezen is dat er een onderzoek is gedaan met als afhankelijke variabele neiging tot nadenken. Deze toets laat zien dat er een verschil is tussen de groepen van -2.01. Dus gemiddeld 2 punten verschil op een neiging tot nadenken schaal.

Het is niet belangrijk waar dit getal precies voor staat, waar het om gaat is het interpreteren van het gemiddelde en het bijbehorende betrouwbaarheidsinterval. Als we uitspraken willen doen over de populatie dan kijken we niet naar de puntschatting (het gemiddelde uit deze steekproef) maar naar het betrouwbaarheidinterval. Dat interval geeft een schatting van tussen welke marges het verschil in gemiddelde in de populatie ligt.

Hoe kun je dat interpreteren? Als het interval helemaal links van nul ligt (dus beide ankers van het interval hebben een minteken) dan weet je zeker dat het een negatief verschil is en als het interval helemaal rechts van nul ligt (dus beide ankers zijn positief) dan weet je zeker dat het een positief verschil is. Beide geven enige zekerheid dat er dus waarschijnlijk een verschil is in de populatie.

Als het betrouwbaarheidsinterval echter loopt van - tot + dan kan het verschil in gemiddelde positief, negatief of zelf helemaal nul zijn. In dat geval interpreteren we het dat het niet erg waarschijnlijk of plausibel is dat er in de populatie een verschil zit.
door (49.7k punten)
geselecteerd door
Als A het correcte antwoord is snap ik het inderdaad. Dit lijkt dan niet goed in de antwoordensleutel van de oefentoets te staan..

Bedankt voor de uitleg!
...