Alleen de p-waarde bepaalt of iets significant is. De p-waarde drukt uit hoe zeldzaam een gegeven toetsstatistiek (W, t, F, etc.) is onder de nulhypothese. Dus een W van .705 is zo hoog dat deze waarde of extremer slechts in 0.7% van de populatie van W's gevonden wordt als de nulhypothese zou kloppen.