Beste Paula,
Graag beantwoord ik jouw vraag.
In deze analyseopdracht gaat het erom een kwalitatieve analyse met Atlas.ti te oefenen en uit te voeren op een transcript op basis van en al ontwikkeld codeboek. Dit codeboek is dan weer gebaseerd op een al in deze opdracht van de voren bepaald theoretisch kader, het RAA.
In de opdracht gaat het dus erom dit codeboek en theoretisch kader toe te passen op de interviewtranscripts.
In sommige gevallen, bij een kwalitatieve codering, kun je schalen als subcodes gebruiken en ook categoriseringen als wenselijk/onwenselijk toepassen. Daar gaat het in deze opdracht echter niet om.
Als je kijkt in het codeboek, dan zie je dat voor elke van de codes (in de literatuur ook wel eens "categorie" benoemd), dus ook bijvoorbeeld "experiential attitude belief evaluation" een beschrijving staat en een instructie van wanneer je deze code zou kunnen toepassen op een fragment (of ook wel "quote" genoemd). Dit betekent dat je datafragmenten kunt toewijzen aan deze code, dat wil zeggen, deze code is een geschikte beschrijving voor dit data fragment. In de instructie staat beschreven wanneer dit het geval zou zijn. Echter het is de bedoeling dat je nog een laag toevoegt, die je zelf uit de data afleidt, wat we hier de subcodes noemen.
"Verslechterde muziekbeleving" is een voorbeeld van zo een subcode. De bedoeling is dat je zelf meer van deze subcodes uit de data afleidt, maar dan wel terwijl je rekening blijft houden met het codeboek als kader. En je moet het zo zien dat deze subcodes dan moeten passen binnen de codes, dus bijvoorbeeld binnen de code experiential attitude belief expectation. Dat wil zeggen dat het binnen de beschrijving / het concept van deze code moet passen.
Ik hoop dat ik zo je vraag heb beantwoord en de opdracht nu duidelijk is. Mocht dat niet zo zijn dan lees ik dat graag.
Hartelijke groet,
Vanessa Torres van Grinsven (examinator)