Een t-toets is niet hetzelde als een ANOVA, maar in veel opzichte is het voldoende vergelijkbaar. Het zijn alletwee general linear models.
In SPSS kun je daarom een one-way anova opvragen op twee manieren. Manier 1 is 'compare means > one way anova', maar dit is een zeer uitgeklede, basale anova. Er is ook een manier om via general linear models een one-way anova op te vragen, en dit is een anova-menu met veel meer opties. Hier is het bijvoorbeeld mogelijk om het anova model op te stellen, en vervolgens per individu te bepalen hoeveel hun data afweek van het voorspeld gemiddelde op basis van de anova; dit zijn de residuen.
Door de residuen op te slaan als variabele kun je vervolgens in SPSS van alles met die variabele doen zoals je alle andere variabelen gebruikt. Een van die opties is bijvoorbeeld er een explore op los te laten.
Persoonlijk denk ik: maak het jezelf makkelijk: check 'gewoon' de verdelingsvorm per categorie middels explore:
- ga naar Analyse > Descriptive Statistics > Explore
- Zet je afhankelijke variabele bij Dependent List
- Zet je onafhankelijke variabele bij Factor List
- Klik op Plots...
- Vink het vakje aan bij : Normality plots with tests
Nu krijg je per groep een normaliteitstest. Dit is bij t-toetsen en anova's nagenoeg hetzelfde als de residuen evalueren op hun verdelingsvorm, omdat dat ook neerkomt op 'gemiddelde van een groep berekenen, en kijken hoe de echte data daaromheen verspreid is'.