Statistisch is een niet-significant antwoord redelijk rechtoe-rechtaan: niet significant, dus het effect op de covariaat op de afhankelijke variabele is niet beduidend opmerkelijker dan een nul-effect, dus kunnen we niet concluderen dat de covariaat een effect heeft. C'est ca. Als de nulhypothese niet verworpen wordt dan in de regel niet alsnog een effect interpreteren alsof de nulhypothese toch stiekem verworpen wordt.
Dat er redenen zijn om aan de gekozen nulhypothesetoets te twijfelen is een ander verhaal. Misschien zijn assumpties geschonden waardoor de gekozen toets niet geschikt was, of zijn er suppessorvariabelen aanwezig, of confounding variables afwezig uit de analyse. Dat zijn echter allemaal zaken die op hun beurt ook weer getoetst zouden moeten worden.
Kortom: Nulhypothesetoetsing is een ja/nee-spelletje. nulhypothese niet verworpen? Dan is een effect niet van een nuleffect te onderscheiden, en dan interpreteren we waargenomen verbanden alsof ze willekeurige ruis rondom een nuleffect zijn, alware het storing op de radio.