Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
Ik ben begonnen met de eindopdracht, alleen vind ik het vreemd dat er nergens een voorbeeld is van wat coderen concreet praktisch gezien inhoudt, of heb ik dat over het hoofd gezien? Hoe weet ik hoe ik moet coderen als er alleen in abstracte termen dit wordt uitgelegd in de opdracht? Kan het zijn dat dit eerder in de studie psychologie aan bod is gekomen waar ik wellicht vrijstelling voor gehad heb, of word ik geacht zelf te kunnen bedenken hoe ik moet gaan coderen?

En hoe kan ik mijn codering het beste weergeven in de appendix?

Nogmaals dank.
in Kwalitatief Onderzoek (OKO, PB16x2) door (240 punten)
bewerkt door

1 Antwoord

1 leuk 0 niet-leuks

Goede vraag!

Coderen bestaat uit twee fasen. De eerste is indexeren; je kent simpelweg codes toe op basis van wat er in de fragmenten wordt besproken. Dit doe je bovendien alleen op basis van de relevante fragmenten. Daarna weet je dus waar je meer in detail naar moet kijken.

De tweede fase is het moeilijkst, en dit is de fase waar om die reden geen 'recept' voor gegeven kan worden, en ook de fase waar je je expertise als psycholoog in kunt (en moet) zetten. In deze fase interpreteer je de fragmenten namelijk vanuit wat je weet over psychologie. Je kunt hier bijvoorbeeld codes gebruiken met betrekking tot attributiestijl, outcome expectations, of natuurlijk concepten uit theorieen met betrekking tot intergenerativiteit. In deze fase is het doel om een beeld te krijgen van wat er eigenlijk gebeurt. Hebben de voordelen die mensen noemen bijvoorbeeld betrekking op het versterken van hun zelfbeeld? Worden ervaren morele normen besproken? Gaat het over self-efficacy? Zelf-regulatie? Diffusion of responsibility? Zoals je merkt is dit de lastigste fase, maar ook de meest dankbare fase.

Natuurlijk kan het ook zijn dat je patronen ziet waar je niet zo snel een bekend psychologisch proces, of psychologische variabele, bij kent. In dat geval codeer je gewoon met die naam, en houd je voor jezelf bij (voor je resultaten-sectie) hoe je dat concept tijdens het coderen definieert. Bij zogenaamd 'grounded theory' coderen proberen mensen zelfs om niet in termen van bestaande processen en variabelen te denken (wat natuurlijk praktisch onmogelijk is; en waarbij je kritische kanttekeningen kunt plaatsen of het uberhaupt wel zinvol is; maar zijn andere kwesties).

Het belangrijkste is dat je in deze tweede stap nadenkt op een conceptueel, overstijgend niveau, terwijl je in de eerste stap, het indexeren, codes toepast die de data simpelweg beschrijven.

Met betrekking tot het opnemen van je codestructuur: het handigst is een zogenaamde 'bulleted list' te gebruiken. Hoe dit werkt verschilt per tekstverwerker. Zie hier bijvoorbeeld uitleg voor LibreOffice: https://www.youtube.com/watch?v=-iRkWOap7jo

door (77.8k punten)
...