Een b-waarde lijkt in veel opzichten op een correlatie (je gebruikt de correlatie om de b-waarde te berekenen). Er zitten dus drie elementen aan een b-waarde die je wilt bespreken:
1) de significantie van B [is die op basis van nulhypothesetoetsing relevant?]
2) De richting van B (positief betekent als X stijgt stijgt Y, en negatief betekent, als X stijgt daalt Y.
3) De kracht van een relatie. B-waarden zijn ruw. Iedere stijging van 1 punt op de onafhankelijke variabele (X) leidt tot een stijging van grootte B op de afhankelijke variabele (Y). Omdat dit schaalafhankelijk is kan dat wel een lastig te interpreteren zijn. De Beta is daarom ook handig om naar te kijken. Iedere stijging van 1 op X leidt tot een standaarddeviatiestijging van Beta in Y