Op blz. 6 bovenaan van de bron non-parametrische data-analyse, staat 'net als bij de bekende verdelingen kunnen we nu ook uitrekenen hoe vaak onze optelsom (chi-kwadraat dus) 1 of lager is (68% van de tijd), hoe vaak de optelsom tussen de 5 en 10 in ligt (2,3% van de tijd), en hoe vaak hij boven de 17.9 ligt (0.0023 procent van de tijd).
In de tekst wordt mijns inziens niet uitgelegd hoe je dit kunt doen. Kunt u, iemand mij dit uitleggen? Ook wat betreft de andere steekproevenverdelingen, zoals t- en F- verdeling en Pearson's r?
De 68% doet mij denken aan de vuistregels van de normaalverdeling (68% vd waarnemingen ligt + of - 1 standaardafwijking, etc., maar hoe de 5 en de 10 en 17,9 in dit plaatje passen zie ik niet meteen.
Alvast bedankt voor uw/ jullie reactie,
Vriendelijke groet,
Mariska