Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
In het proeftentamen (nummer 2) van het vak Kwalitatief onderzoek, is vraag 9: Welk soort vraag leent zich niet voor observatie-onderzoek? Het antwoord van deze vraag is volgens het antwoordmodel: Vragen die impliciete attitudes betreffen waarvan deelnemers zich niet bewust zijn.

In mijn beleving klopt dit niet. Onderzoek naar feitelijke discriminatie op een uitzendbureau  leent zich bijvoorbeeld goed voor observatieonderzoek. De intercedent zal zich vaak niet expliciet bewust zijn dat hij of zij een negatieve attitude heeft over mensen van niet Nederlandse afkomst. Ernaar vragen geeft ook geen eerlijk antwoord, gezien de sociale normen. Observeren van wat er feitelijk gebeurt, vertelt veel over iemands onbewuste attitude. Ook in het boek Qualitative research (2e editie) staat op pagina 58 bij Applicatie van observatie: To expose influences and behaviors that people may not be explicitly aware of.

Door het proeftentamen ben ik in de war geraakt. Is het mogelijk hier wat verheldering in te brengen?
in Methodologie door (150 punten)
opnieuw getoond door

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks
 
Beste antwoord

Goed vraag!

De reden dat je impliciete attitudes (of andere psychologische variabelen) niet goed kunt beoordelen met observatie, is dat die niet geobserveerd kunnen worden.

Je kunt niet aannemen dat mensen die discrimineren dat doen vanwege impliciete attitudes - ook niet als die mensen geen negatieve attitudes hebben die consistent zijn met discriminatie. Er zijn nog honderden andere psychologische variabelen die verantwoordelijk zouden kunnen zijn.

Je zou alleen impliciete attitudes kunnen bestuderen met observatie als je de (onhoudbare) aanname zou hanteren dat impliciete attitudes de enige verklaring voor gedrag zijn. Zonder die aanname kun je alleen gedrag observeren, maar daar niets uit afleiden met betrekking tot impliciete attitudes (of een andere specifieke psychologische variabele).

Zin in het boek ("To expose influences and behaviors that people may not be explicitly aware of.") klopt overigens wel. Observatie van drinkgedrag heeft bijvoorbeeld blootgelegd dat rondjes die worden gegeven een belangrijke voorspeller zijn van hoeveel alcohol iemand drinkt. Dit is een voorbeeld van een invloed waar mensen zich niet van bewust zijn. Echter, in dit voorbeeld worden beide variabelen geobserveerd. Je kunt impliciete (of expliciete) psychologische variabelen niet afleiden uit gedrag, omdat er altijd zoveel verstorende (psychologische) variabelen zijn.

door (77.8k punten)
geselecteerd door
...