In diezelfde studietaak wordt dit uitgelegd, in sectie Manipulaties:
Copy-paste van de huidige versie van deze tekst (cursusrun PB0202161722, tweede kwartiel van 2016-2017):
Zoals hierboven besproken worden bij meetinstrumenten handelingen van de deelnemers geregistreerd als datapunten, die samen een datareeks vormen. Echter, manipulaties zijn ontworpen om een variabele te beïnvloeden, en de definitie van een manipulatie bevat dus geen reacties die moeten worden geregistreerd. Een operationalisatie die gebruik maakt van een vragenlijst bevat de instructie dat de antwoorden die een deelnemer geeft moeten worden gecodeerd met bepaalde nummers. Een operationalisatie die gebruik maakt van reactietijden bevat informatie over welke reactietijden moeten worden opgeslagen en hoe ze moeten worden verwerkt. Dit geldt niet voor een manipulatie: er worden geen data verzameld bij de deelnemers. De onderzoekers moeten dus zelf voor elke deelnemer een datapunt opslaan, bijvoorbeeld een 0 voor deelnemers die de manipulatie niet ontvingen, en een 1 voor deelnemers die de manipulatie wel ontvingen. Soms zijn er verschillende versies van een manipulatie; deelnemers wordt bijvoorbeeld geen, een kleine, of een grote beloning beloofd; of deelnemers krijgen de oorspronkelijke leesoefening, een leesoefening waarin wordt aangeraden om levendige voorstellingen van situaties te maken, of leesoefeningen waarin ze worden begeleidt in het inzetten van hun voorstellingsvermogen. Deelnemers krijgen dan bijvoorbeeld een 1, een 2, of een 3 toegekend. Alle operationalisaties, of het nu meetinstrumenten of manipulaties zijn, resulteren dus in één of meerdere datapunten voor elke onderzoekseenheid, en dus in één of meerdere datareeksen voor elke steekproef. Deze datareeksen representeren de waarde van de bijbehorende variabele onder voorwaarde dat de operationalisaties waarmee de datareeksen zijn gegenereerd valide en betrouwbaar zijn.