Bovenaan het SPS bestand (je kunt dat ook lezen met Windows notepad, het is een tekstbestand) vind je een kleine handleiding. "a" t.e.m. "d" vind je in de kolom met hoofding "B" van je "Coeffients" tabel die je als resultaat van een regressieanalyse krijgt. "a" is de waarde die in die kolom staat bij "(Constant)", d.w.z. de intercept. "b" is de coefficient van de predictorvariabele, "c" de coefficient van de moderator en "d" de coefficient de interactieterm (d.w.z. de variabele die je berekende door predictor en moderator met elkaar te vermenigvuldigen). "e" en "f" zijn de standaard deviaties van predictor en moderator, maar omdat je beide eerst moet standaardiseren voor je de analyse doet (en dan de gestandaardiseerde variabelen als predictor/moderator, en het product van deze twee als interactie moet gebruiken in de regressieanalyse), zijn deze twee waardes per definitie 1. Na standaardisatie wordt de SD steeds 1.
In een vorig leven maakte ik eens de volgende code, waarmee je de gewenste grafiek in een ruk kunt produceren, zonder dat je nog manueel moet tussenbeide komen om de lijnen te tekenen. Het volstaat om de onderstaande lijnen onderaan in het SPS bestand toe te voegen. Misschien heb je hier ook wat aan? Als je de twee "LEGENDE" spullen vervangt door wat anders, krijg je zelfs mooie titels bij je assen...
GGRAPH /GRAPHDATASET NAME="Interactie" VARIABLES=x1 y groep
/GRAPHSPEC SOURCE=INLINE.
BEGIN GPL
SOURCE: s=userSource(id("Interactie"))
DATA: x1=col(source(s), name("x1"))
DATA: y=col(source(s), name("y"))
DATA: groep=col(source(s), name("groep"), unit.category())
GUIDE: axis(dim(1), label("LEGENDE X AS"))
GUIDE: axis(dim(2), label("LEGENDE Y AS"))
ELEMENT: line( position( smooth.linear(x1*y) ), shape(groep) )
END GPL.
Luc