Omdat dat fout is :-)
Heb je de hele studietaak al bestudeerd? Dit wordt in verwerkingsopdrachten 2.4.2 tot en met 2.4.4 uitgelegd, die net onder de volgende tekst staan:
Dit is voor veel mensen tegenintuïtief. Dat komt omdat het populatiegemiddelde onbekend is; dit is gemakkelijk te verwarren met dat het niet vaststaat. Als het populatiegemiddelde niet vast zou staan, maar willekeurig zou worden gekozen, zou je wel kunnen zeggen dat de kans, dat het populatiegemiddelde in het betrouwbaarheidsinterval valt, 95% is.
Met betrekking tot populatiewaarde versus populatiegemiddelde: Elke schatter, zoals een standaarddeviatie, de skewness, en het gemiddelde, hebben een populatiewaarde en een steekproefwaarde. Naar de populatiewaarden kun je respectievelijk verwijzen met populatiestandaarddeviatie, populatieskewness, en populatiegemiddelde. Omdat het in de eerste zin over schatters in het algemeen gaat, wordt daar over het generieke concept populatiewaarde gesproken. Daarna gaat de uitleg verder over het populatiegemiddelde, omdat de meeste mensen dit het makkelijkst vinden om over te denken. Het is echter belangrijk je te realiseren dat deze redenering voor alle schatters opgaat.