Omdat dit een toetsvraag betreft, heb ik mijn antwoord hieronder in het wit geplaatst. Dit moet je dus selecteren om het te zien; zo voorkomen we 'spoilers' voor studenten die deze pagina per ongeluk zien maar de oefentoets nog willen maken.
Trouwens: er zitten geen instinkers in de toets. Die lijken me erg slecht voor de validiteit van de toets; je gaat te veel dingen meten die je niet wil meten (e.g. of mensen dat goed aanvoelen of niet).
Dus vooral niet aan alles gaan twijfelen, laat staan je eigen verstand, Twents of anderzins :-)
Het antwoord staat hieronder:
Zowel een schoolgebouw als andere invullingen van 'een school' kunnen een onderzoekseenheid zijn. De populatie van scholen inderdaad niet: populaties zijn meestal gedefineerd als oneindig groot. Maar een schoolgebouw; of het gemiddelde examencijfer van alle leerlingen in een school; of de verhouding leraar-student op de school kan wel een onderzoekseenheid zijn. Net als dat een land dat kan zijn, of een stad, of een klas, of een dierentuin, of een boerderij, of een universiteit. Het hangt van je onderzoeksvraag af. In je de psychologie is het overigens zelden zinvol om onderzoekseenheden te kiezen op een hoger aggregatieniveau dan 'een mens' (niet nooit; het kan wel degelijk).
Als dit trouwens een beroepszaak zou zijn, dan zou ik diezelfde uitleg herhalen. Er is geen reden om aan te nemen dat met het woord 'school' een populatie wordt bedoeld. Het kan wel gaan over alle leerlingen in die school op dat moment; maar dat is geen populatie. Die leerlingen hebben gemiddelde scores op allerlei variabelen, en als die scores ook echt worden gemiddeld en op die manier in de analyse worden opgenomen, dan is de onderzoekseenheid noodgedwongen 'school'. Als de scores per klas zouden worden gemiddeld, dan is de onderzoekseenheid 'klas'. Overigens: dit kost power (en gooit immers allerlei variantie weg: als je 20 scholen hebt, heb je daarna nog maar 20 datapunten), dus dit doe je alleen als het echt noodzakelijk is om je onderzoeksvraag te beantwoorden.