Goed gevonden - er ontbrak inderdaad een punt (de zogenaamde 'command terminator' in SPSS: in R wordt een puntkomma gebruikt. De command terminator geeft aan de software aan dat het commando is afgelopen en verwerkt kan worden).
Als je wil weten wat de syntax voor een gegeven commando is, kun je altijd de menu's gebruiken om die syntax eruit te laten rollen. In dit geval kun je het BOOTSTRAP commando invoegen voor het regressie-commando, bijvoorbeeld:
BOOTSTRAP /VARIABLES INPUT = sales adverts.
REGRESSION
/STATISTICS COEFF OUTS CI(95) R ANOVA
/DEPENDENT sales
/METHOD=ENTER adverts.
Zie hier voor een lijst commando's die bootstrapping ondersteunen: http://www.sussex.ac.uk/its/pdfs/SPSS_Bootstrapping_22.pdf
Je mag altijd bootstrappen. Bootstrapping is een handige manier om betrouwbaarheidsintervallen te genereren. Die betrouwbaarheidsintervallen kunnen afwijken: ze zijn bijvoorbeeld vaak iets te nauw, omdat de spreiding in de populatie wordt inderschat (bootstrapping gaat er immers vanuit dat je steekproef net zoveel spreiding heeft als je populatie, maar vooral kleine steekproeven kunnen minder spreiding hebben). Echter, soms kun je alleen met bootstrapping betrouwbaarheidsintervallen genereren, en bovendien geldt altijd dat betrouwbaarheidsintervallen niet supernauwkeurig zijn. Je moet dus nooit conclusies trekken die maar net wel of juist net niet ondersteund worden door de data. In die gevallen heb je te weinig data om iets te concluderen.