Het laatste deel (de 7 intrinsieke en de 8 extrinsieke factoren) maakt de situatie een stuk lastiger, want het kan goed zijn dat je de 15 vragen dan helemaal niet wil aggregeren naar een enkele variabele: misschien wil je naar twee variabelen. Hoe je hier achter komt, komt aan bod in vervolgcursus Psychologisch Survey. Voor nu negeer ik dit dus, en beantwoord ik je vraag of het uitmaakt of je middelt of optelt.
Ja en nee.
Voor je uitkomsten maakt het niet uit of je middelt of optelt. Die heeft geen invloed op het verband met andere variabelen. Het enige verschil is deling door een constante (het aantal vragen/items).
Maar: vaak is middeling beter, omdat je dan als referentiekader voor de interpretatie van de geaggregeerde score de oorspronkelijke antwoordschalen/ankers kunt gebruiken. Als je bijvoorbeeld een 5-puntsschaal hebt met als ankers 'absoluut niet' tot 'absoluut wel', dan is een gemiddelde van 4.1 redelijk goed te interpreteren. Een somscore van 61.5 zegt niet zoveel.
Als je dus twijfelt is het altijd beter om te middelen. Als je niet twijfelt heb je kennelijk andere redenen om één van de twee te kiezen, en dat is dan ook goed, want zoals gezegd: je uitkomsten worden er niet door beinvloedt.