Oefententamen 1:
45.1 Een onderzoeker vindt twee correlaties. Het 95% betrouwbaarheidsinterval van de ene is [-.3; .09], en van de andere [.22; .55].
Kan de onderzoeker concluderen dat in deze populatie de eerste correlatie kleiner is dan de tweede?
a Ja, op basis van die correlaties is dat plausibel.
b Nee, de betrouwbaarheidsintervallen geven hier geen informatie over.
Het juiste antwoord is a.
Vraag: De betrouwbaarheidsintervallen lijken inderdaad op het eerste zicht te duiden op een kleinere eerste correlatie, maar kunnen we dat ECHT concluderen? Op basis van de betrouwbaarheidsintervallen zou de eerste correlatie bvb -0.25 kunnen zijn en de tweede correlatie bvb 0.25. Het verband zou in deze gevallen even sterk zijn, maar de ene keer zou het negatief zijn en de andere keer positief. Mogen we in zo'n gevallen dan concluderen dat de eerste correlatie kleiner is dan de tweede?