Klopt vraag 35 van proeftentamen 1 IDA wel?

Question

35.1 De resultaten van twee experimenten worden gepresenteerd. Het eerste experiment randomiseert 49 deelnemers tussen twee condities. Het tweede experiment randomiseert 205 deelnemers tussen drie condities.

In welk experiment heeft de randomisatie de meeste kans van slagen?

a Dat kan op basis van deze informatie niet worden bepaald.

b In het experiment met 205 deelnemers.(goed)

Bij deze vraag gaat het over randomisatie. Naar wat ik begrepen heb is dat je dan een willekeurige groep mensen gaat onderzoeken. Hierbij weet ik nog niet hoeveel mensen ik nodig heb voor een goede power van de toets. Dus ik had in eerste instantie gedacht dat antwoord A het goede antwoord moest zijn. Ik heb niet genoeg informatie om dit te kunnen bepalen. Toen ik het antwoord bekeek, snapte ik dat het ging om de hoeveelheid mensen in een onderzoek. Natuurlijk weet ik dat als je meer mensen in een onderzoek hebt, je meer kans op slagen hebt. Maar door bovenstaande gedachte...ging ik toch de mist in.

Klopt mijn redenatie wel?

Answer 1

Het gaat hier niet om de power, maar of je het voor elkaar krijgt het aantal deelnemers random over de groepen te verdelen. In het eerste geval hebben we groepen van 25 en 24 deelnemers, in het tweede geval van 69, 68 en 68. Grote kans dat eventuele uitschieters in het tweede onderzoek minder invloed hebben, die groepen zullen eerder gelijk zijn.

Comments

Dit antwoord klopt: de vraag is tenslotte "In welk experiment heeft de randomisatie de meeste kans van slagen?"

Power heeft betrekking op het aantonen van een verband: en met betrekking tot power kun je ook niet van falen of slagen spreken. Je onderzoek is immers niet geslaagd als je een verband vindt: je onderzoek is geslaagd als je uitkomsten conclusies over de realiteit (de populatie) mogelijk maken. Als er geen verband is in de populatie, dan is je onderzoek dus geslaagd als je kunt concluderen dat er geen verband is in de populatie: niet als je een verband vindt. Sterker nog, als je in dat geval een verband aan zou tonen, dan is je onderzoek gefaalt: je conclusie is dan incorrect.

Deze vraag betreft randomisatie, en de kans dat randomisatie lukt is groter als je groepen groter zijn. Bij groepen van slechts twee deelnemers per groep is de kans dat die groepen equivalent zijn verwaarloosbaar. Bij groepen van tienduizend deelnemers per groep is de kans dat de groepen niet equivalent zijn juist verwaarloosbaar. Het meeste (maar niet alle) onderzoek zit hier tussenin.