thema 4.6 [leerdoelen 6 en 8] thema 4.7 [leerdoel 2]

Question

Beste Gjalt-Jorn,

I.v.m. het aanstaande tentamen ben ik thema 4 nogmaals aan het herhalen, om me de theorie eigen te maken. Ik blijf steken bij 4.6 en 4.7 waar ik het lastig vind de leerdoelen concreet terug te vinden in de leerstof.

In onderstaande uitwerking van de leerdoelen heb ik een poging gedaan. Zou je mij feedback willen geven of ik hiermee op de juiste weg ben of dat ik toch iets mis wat ik wel moet weten?

Answer 1

Vijfde bullet: je hebt het daar over power, maar dat leerdoel gaat niet over power, maar over de sterkte van het verband in de populatie, en dat is niet hetzelfde. Verder ligt dit iets complexer. De power heeft geen invloed op de kans op een Type 1-fout, maar als er een verband bestaat in de populatie, dan is de kans op een Type 1-fout (ten onrechte de nulhypothese verwerpen, oftewel, ten onrechte concluderen dat er een verband bestaat in de populatie) 0. Want er is een verband. Dus je kunt nooit ten onrechte concluderen dat er een verband is . . . Een Type 1-fout kun je alleen maken als de nulhypothese waar is.

Van multiple testing moet je begrijpen dat de kans op een Type 1-fout toeneemt naarmate je meer $p$-waarden berekent in een steekproef. Daaruit volgt dat als je meer dan 1 $p$-waarde wil berekenen, je dus je alpha naar beneden moet bijstellen om de kans op een Type 1-fout acceptabel te houden. Om bovendien je power acceptabel te houden moet je bovendien dus steeds meer deelnemers onderzoeken.

Dit volgt allemaal uit wat je bij de andere leerdoelen al had staan; het is dus geen nieuwe informatie, maar ik dacht, ik zet het toch nog even op een rijtje.

Verder is er natuurlijk een hoop gerelateerde kennis die je nodig hebt om je antwoorden bij deze leerdoelen echt goed te begrijpen. Maar als ik die hier uitwerk ben ik de leerstof gewoon aan het herhalen :-)