Ook bij de gepaarde t-toets gaat het om twee variabelen; een dichotome variabele en een intervalvariabele. In dit geval is de dichotome variabele bijvoorbeeld 'type aggressie', met twee mogelijk meetwaarden, 'geimiteerd' en 'niet geimiteerd'. De intervalvariabele is 'hoeveelheid aggressie'. Reinouts voorbeeld is ook prima (imitatief vs non-imitatief).
Dus de koppeling tussen t-toetsen en een dichotome variabele klopt; die zie je terecht terugkomen. Als je een variabele twee keer meet, is het onderscheid tussen die twee metingen een dichotome variabele. Hoe die onderliggende variabele heet hangt af van wat het verschil id tussen de twee metingen: dit kan bijvoorbeeld tijd zijn ('s ochtends versus 's avonds), of relatieve leeftijd (als je het oudste gezindslid en het jongste gezindslid binnen gezinnen meet), of, in een within-subjects experiment, twee niveaus van een manipulatie. Dit zijn allemaal dichotome variabelen.