Ik weet niet helemaal zeker wat de ideeen van de examinatoren waren, dus laat dit even aan hen over. Ik kan wel alvast antwoord geven op de vraag wat dit zijn.
Moderatie is een theoretisch concept. Moderatie betekent dat er een causaal verband is tussen twee variabelen, en dat de aard van dat verband afhankelijk is van de waarde van een andere variabele. Neem bijvoorbeeld een causaal verband tussen stress en prestatie op een examen, met als moderator humeur. Als het humeur positief is (dus, als iemand in een goede bui is), is er een positief verband tussen stress en prestatie: de stress helpt dan op scherper te denken en minder afgeleid te zijn. Als iemand in een slechte bui is, wordt je juist onzeker van de stress, en heeft die het omgekeerde effect, waardoor je slechter presteert naarmate je meer stress ervaart (dit is overigens een geheel fictief voorbeeld).
In dit geval kun je niet spreken van een verband tussen stress en prestatie: dat verband is afhankelijk van het niveau van humeur. Humeur modereert het verband tussen de twee andere variabelen. Moderatie is dus een theoretisch concept: het is een type verband, een manier waarop drie variabelen met elkaar kunnen samenhangen.
Als je moderatie wilt onderzoeken in een wetenschappelijke studie, heb je altijd een experiment nodig, waarin je de voorspeller (stress) en de moderator (humeur) manipuleert, en daarna de afhankelijke variabele meet. Dat is de enige manier om zeker te weten dat het verband dat je in je steekproef ziet, iets kan zeggen over je veronderstelde moderatie (als je de voorspeller en/of de moderator niet manipuleert, kunnen confounders verantwoordelijk zijn voor geobserveerde patronen in de data).
De data uit zo'n factorieel experimenteel design kun je vervolgens bijvoorbeeld analyseren met een variantie-analyse. Hierin analyseer je de interactie tussen beide factoren (gemanipuleerde variabelen, dus stress en humeur in dit geval) om iets te zeggen over je moderatie. Als de interactie significant is en een voldoende effectgrootte heeft, dan is er sprake van moderatie. Pas op: als je niet zowel de voorspeller als de moderator hebt gemanipuleerd, kunnen er allerlei andere verklaringen zijn voor een interactie-effect in je steekproef!
Als er in zo'n factorieel design geen interactie is, dan zijn er alleen de hoofdeffecten van de beide voorspellers (factoren). Oftewel, het effect van stress op prestatie (dat dan kennelijk onafhankelijk is van het niveau van humeur) en het effect van humeur op prestatie (dat dan kennelijk onafhankelijk is van het niveau van stress). Die twee hoofdeffecten hebben dan een zogenaamd 'additief' effect: door de effecten bij elkaar op te tellen weet je wat het effect is als ze beiden aanwezig zijn. Als er interactie is, geldt dat niet.
Ik zal deze vraag nog even doorsturen aan de examinatoren, zodat ze kunnen kijken of er misschien tekst met uitleg is weggevallen ofzo.