Het klopt dat je soms meerder mogelijkheden hebt om een analyse te kiezen. Soms zijn die analyses echt anders en soms lijken ze alleen anders en komt er altijd hetzelfde antwoord uit.
Bij vraag 12 en 14 gaat het om veranderingen binnen (within) subjecten. Je vergelijkt de scores op een meting met de scores op een volgende meting om te kijken of er zich veranderingen hebben voorgedaan. Tussen de metingen is er namelijk iets gebeurd (de experimentele manipulatie).
Een gepaarde t-test of een repeated measures (met twee metingen) zijn dan de opties. Verschilscores berekenen levert in dit geval weinig op. Eventueel zou je kunnen toetsen met een one-sample t-toets of het gemiddelde van de verschilscores van nul afwijkt, maar dat is allemaal wat omslachtig.
Bij vraag 13 toets je een verschil tussen groepen, een "between subjects" vraag dus. In de terugkoppeling wordt uitgelegd dat je dan verschillende opties hebt, o.a. verschilscores berekenen.
Het feit dat je denkt dat je "per ongeluk" de juiste analyse hebt gekozen is een illusie, want die keuze is eigenlijk niet zo toevallig. De vraagstelling zelf leidt je namelijk al een heel eind naar de juiste analyse.