Een omnibustest is een test die tegelijkertijd meerdere verbanden toetst, dus bijvoorbeeld meerdere correlaties toetst of meerdere gemiddelden vergelijkt. Een ombinustoets geeft je een algemeen idee van of er wellicht ergens een verband bestaat. Dit verband ga je daarna in detail onderzoeken. Die toetsen kun je post-hoc toetsen noemen (hoewel die term oorspronkelijk sloeg op toetsen die je 'pas bedenkt' nadat je je data hebt verzameld).
Voorbeelden van omnibus toetsen zijn de toets op $R^2$ in regressie-analyse (die toetst het hele model, alle voorspellers samen dus) en de $F$-toets in variantie-analyse (zelfs in eenweg variantie-analyse, waar je immers meer dan twee gemiddelden tegelijk vergelijkt).
Field bedoelt dat je normaal, in de anova context, als je specifieke verwachtingen hebt, contrasten formuleert die je toetst, in plaats van alle gemiddelden te vergelijken met post-hoc toetsen. Echter, sommige onderzoekers formuleren nooit contrasten en voeren standaard post-hoc toetsen uit na een anova.
Als je in een anova (de omnibus toets dus) concludeert dat er geen verschil tussen de gemiddelden is, hoef je inderdaad geen post-hoc toetsen meer uit te voeren.