Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
Ik heb een vraag over figuur 2.3.5. in combinatie met de uitleg die erbij staat. Er wordt gezegd dat de steekproefverdeling van het gemiddelde al heel snel normaal verdeeld is naarmate de steekproeven groter worden. Ik begrijp niet precies hoe ik figuur 2.3.5. hierbij moet lezen. De 'n'  die erboven staat begrijp ik niet: is dat één steekproefverdeling, twee steekproefverdelingen of begrijp ik het verkeerd? Onder de figuur wordt juist gesproken over deelnemers. Ik zit echt op het verkeerde denkspoor maar kom er niet uit. Zelfs de vraag goed formuleren vind ik lastig. Hopelijk kom je eruit :-)
in Inleiding Onderzoek (OIO, PB02x2; was Inleiding Data Analyse, IDA) door (490 punten)

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks
Dat is het aantal deelnemers in de betreffende steekproef. Een steekproevenverdeling heeft altijd maar betrekking op een steekproef (of beter gezegd: oneindige herhalingen van een steekproef) van een specifieke steekproefomvang. De n boven elke steekproevenverdeling geeft aan hoe groot die steekproef is. Daarom worden de verdelingen steeds smaller: hoe groter de steekproef, hoe accurater de schattingen.

Is dat zo een beetje te volgen?
door (77.8k punten)
Dank je wel. Het kwartje is gevallen....
...