Wel, ik kan het zelfs verkort uitleggen :-)
Als er "in het echt" (in de populatie, in de realiteit - dit weet je dus niet) geen verband is tussen twee variabelen, is de kans op een Type 1-fout (ten onrechte concluderen dat er een verband is) gelijk aan alpha (meestal 5%).
In die situatie is de kans op een Type 2-fout (ten onrechte concluderen dat er geen verband is, dus als het er in werkelijkheid wel is) gelijk aan 0, want er is in werkelijkheid ook geen verband.
Naarmate het verband tussen de variabelen sterker wordt, wordt de kans op een Type 2-fout kleiner. Als de twee variabelen immers ontzettend sterk samenhangen, dan is de kans dat je in je steekproef toevallig geen samenhang vindt, verwaarloosbaar klein.
De kans op een Type 1-fout is, als twee variabelen in het echt samenhangen, gelijk aan 0 - want je kunt dan niet onterecht concluderen dat de variabelen samenhangen.
Let wel: dit is een sterk samengevatte uitleg: je moet de hele studietaak begrijpen om deze concepten echt te doorgronden. Maar dit is wel, in een notedop, hoe het zit.