Bij zelftoets 4.1, vraag 7 (digitale werkboek) wordt gevraagd een ANCOVA uit te voeren met zowel de voormeting (sportscore 1) en het aantal uren waarop een werknemer op het werk aanwezig is (urenaanwezig) als covariaat.
Ik krijg daarbij onderstaande tabel. De terugkoppeling luidt:
"Nu blijkt dat de voormeting nog steeds een invloed heeft op de nameting (F(2, 103) = 230.7, p< .001, partial η2 = .691), ook blijkt het aantal gewerkte uren van invloed op het aantal keren sporten na afloop van het experiment F(2, 103) = 105.8, p < .001, partial η2 = .50). Er kan nog steeds geconcludeerd worden dat het aantal keren sporten wordt beïnvloed door de gegeven voorlichting F(2, 103) = 12.3, p < .001, partial η2 = .193."
Ik begrijp hierbij niet waarom hier voor het resultaat van de voormeting en het aantal aanwezige uren (de eerste twee resultaten) 2 vrijheidsgraden worden gerapporteerd. De tabel geeft namelijk voor zowel sportscore1 (de voormeting) als urenaanwezig (het aantal aanwezige uren) 1 vrijheidsgraad. Alleen de voorlichting heeft 2 vrijheidsgraden. Waarom wordt hier ook voor de eerste twee resultaten een 2 gerapporteerd? Of klopt mijn analyse niet? 