Het construeren van schalen kun je beter rechtstreeks in de syntax typen (zie evt http://oupsy.nl/op/ps/files/PS%202.1%20-%20Syntax%20in%20SPSS.swf en/of http://oupsy.nl/files/standaard%20syntax%20file.sps voor meer informatie over de syntax).
Stel je bijvoorbeeld dat je drie vragen hebt die je wil samenvoegen in een schaal. De vragen heten in je SPSS datafile item1, item2 en item3. De schaal willen we schaalNaam noemen. Dit gaat dan als volgt:
COMPUTE schaalNaam = MEAN(item1, item2, item3).
Dus: COMPUTE vertelt SPSS dat we een waarde gaan uitrekenen; vervolgens de variabele die we willen uitrekenen (dit kan dus ook 'extraversie' zijn, of 'attitude'; zorg dat deze variabelenaam geen spaties bevat en niet met een cijfer begint); dan een '='-teken; dan de functie MEAN, om aan te geven dat we een gemiddelde uit gaan rekenen[1], en na het woord MEAN twee haakjes, met daartussen de namen van de onderdelen van de schaal, gescheiden door komma's. Zorg ervoor dat het commando eindigt met een punt (.)!
Als dit niet werkt, kun je dan je syntax en de foutmelding van SPSS hier pasten?
[1] Gebruik voor schalen normaal gemiddelden in plaats van somscores; Bij gemiddelden kan de schaal die voor de oorspronkelijke items werd gebruikt ook handig zijn bij de interpretatie van de gemiddelden. Bij somscores ontbreekt een dergelijk referentiekader.