Hallo,
In oefententamen 2 van IDA wordt de volgende vraag gesteld:
29.1 Welke stelling is juist?
a Een frequentietabel wordt gebruikt bij categorische variabelen.
b Een frequentietabel wordt gebruikt bij intervalvariabelen.
Volgens de antwoord sleutel is b het juiste antwoord, maar in de tekst wordt gezegd 'Overigens is het doorgaans niet praktisch om een frequentietabel te bestellen van een continue variabele'.
Begrijp ik de tekst nu verkeerd of is het antwoord in de antwoordsleutel fout?
Groeten van Margreet Nijsink