Dit is een site voor studenten van de Open Universiteit. Voordat je een vraag kunt stellen moet je even een account aanmaken (dit systeem is niet gekoppeld aan je OU studentnummer en wachtwoord).

Welkom bij het vraag- en antwoord systeem van de onderzoeks-practica van de studie psychologie bij de Open Universiteit.

Houd er, als je een vraag stelt, rekening mee dat je de richtlijnen volgt!

0 leuk 0 niet-leuks
Naar aanleiding van de tweede virtuele klas:

Vraag over proeftentamen 1, vraag 18.

Waarom is het juiste antwoord dat de groepen gelijkmatig toenemen gedurende het schooljaar? Naar mijn idee neemt de controlegroep tussen het begin van het schooljaar en halverwege het schooljaar eerst iets af, voordat het toeneemt.
in Experimenteel Onderzoek (OEO, PB04x2) door (140 punten)

1 Antwoord

0 leuk 0 niet-leuks
Het woord 'gelijkmatig' zorgt hier eigenlijk voor verwarring, omdat het meerdere interpretaties toestaat. Wat je ziet aan de grafiek is dat eigenlijk de toename over de gehele periode (als je een recht lijn zou trekken van eerste tot laatste moment) tamelijk parallel oploopt. Ergens middenin zit wellicht een klein knikje, maar de achterstand wordt ook weer prompt ingehaald. De totale groei gaat nagenoeg gelijkmatig op.
door (63.5k punten)
Het lijkt erop alsof in dit antwoord van Ron Pat-El de grafiek anders wordt gelezen dan dat ik doe. In mijn grafiek staat voorlichting op de horizontale as (wat wellicht verwarrend is) en geven de separate lines de tijdstippen weer.
Zouden de tijdstippen op de horizontale as staan, dan is het gegeven antwoord door Ron Pat-El te begrijpen, maar dat is dus  niet het geval. Het antwoord van Ron Pat-El lijkt mij dan ook niet juist.
Er is zoals de vraagsteller terercht opmerkt geen sprake van een gelijkmatige toename. Voor de controlegroep geldt dat de motivatie halverwege het schooljaar (= groene lijn) gelijk is aan die aan het begin van het schooljaar (=blauwe lijn) (zelfs nog iets lager) en dan aan het einde van het schooljaar weer wat hoger (=grijze lijn).  Een zelfde benadering laat zien dat dit voor de klassikale les en het werken in kleinere groepjes heel anders is en daar wel geleidelijk verloopt.
Hoewel je goed moet kijken, lijkt mij dat het juiste antwoord (b) is, nl. dat de score op motivatie van leerlingen die in groepjes werken meer toeneemt dan die van leerlingen in de controle groep. Immers voor de kleine groepjes is de motivatie  toegenomen van zeg 2.6 naar 3.5 (= +0.9) en van de controlegroep van zeg 1.9 naar 2.5 (= +0.6).
...