Goedemiddag,
Op dit moment ben ik bezig met het construeren van schalen in spss op basis van items in mijn vragenlijst.
Daarbij kom ik twee vragen tegen:
1.Bij de vragen sociale verbondenheid komt naar voren dat vragen over verbondenheid met de docenten enerzijds en met leerlingen anderzijds maar in heel beperkte mate correleren. Mijn idee is om hier twee subschalen te maken: verbondenheid met docenten en verbondenheid met leerlingen. Mijn vraag is of dit 'zomaar' mag, omdat ik een gevalideerde vragenlijst gebruik.
2. vragen over waardering van autonomie-ondersteuning:
1. ik vind het fijn als ik veel vrijheid krijg van mijn docenten.
2. ik heb liefst veel begeleiding van mijn docenten.
3. ik zoek graag zelf uit wat ik moet doen.
4. ik vind zelfstandig werken prettiger dan werken in groepjes.
Bij deze vraag is de correlatie van vraag 4 met de overige vragen heel laag .20, .02 en .007. Na verwijdering van dit item is de alpha .477 (in plaats van .405). Volgens de literatuur is dit te laag om de items op te mogen tellen tot een schaal. Echter is de waardering van autonomie-ondersteuning wel 1 van mijn belangrijkste hypotheses. Ik weet nu niet of ik de schaal met deze items mag construeren of iets anders moet doen, zoals bijvoorbeeld één of twee vragen kiezen.
Alvast hartelijk dank!
Met vriendelijke groet,
Marloes Plomp
