Dit is erg complex. Er zijn methoden waarmee je kunt bepalen of een bepaalde variabele op interval- of ordinaal niveau is gemeten, maar die zijn een stuk complexer dan wat in het curriculum zit.
In principe geldt dat bijna alle 'natuurlijke' (en dus psychologische) variabelen in principe interval-niveau hebben.
Je kunt deze vervolgens op lagere meet-niveau's meten (i.e. een schaal met maar 5 antwoordopties kun je als ordinaal of interval zien - kun je lange discussies over voeren - weinig categorieen betekent bijvoorbeeld niet noodzakelijk ordinaal; het feit dat ordinale variabelen vaak weinig categorieen hebben, kun je niet omdraaien; etc); en als je meerdere zulke items dan aggregeert in gemiddelden, dan krijg je alsnog weer een interval-niveau. Tenminste, voor zover het de meeste analyses betreft.
Zolang je dus zorgt dat je voldoende items hebt, kun je in de meeste situaties gewoon analyses voor interval-niveau gebruiken. Als je weinig items hebt, heb je nog wel meer problemen, zoals grote invloed van meetfout :-)