Ik loop vast bij figuur 5.4.2. Hierin worden de verdelingen aangegeven van bèta, en dan worden er conclusies getrokken op basis van deze getekende rode (oranje) gebieden over de nulhypothese-verwerping.
Mijn vragen zijn:
Ik begrijp niet goed hoe die rode/oranje gebieden tot stand gekomen zijn in dit geval (ik begrijp wel wat een p-waarde is, maar niet hoe deze in dit geval wordt berekend). Mis ik een denkstap?
En waarom zijn de gebieden zo verschillend in grootte, terwijl de verdelingen er zo hetzelfde uitzien op de x-as (of is dat een fout: in module 5.2 is de x-as van de "bèta pijnlijke gezichten" anders, daar ligt het maximum bij 0,4 - dat zou ook logischer zijn, dan begrijp ik ook dat de nulhypothese wordt verworpen).