Dit is vraag 10 van oefencasus 5.2:
Om te kijken of de experimentele manipulaties hebben gewerkt moet u checks uitvoeren. Er zijn twee manipulaties toegepast. Toets eerst of mensen in de zware-sanctieconditie inderdaad de sanctie als zwaarder ervaren dan de mensen in de milde conditie en of mensen de onrechtvaardige situatie (t2) inderdaad als onrechtvaardiger beoordelen dan de rechtvaardige situatie (t1).
Dit is het antwoord:
Terugkoppeling op de vraag:
Gebruik voor het controleren van de manipulatie van de sanctie een onafhankelijke t-toets met conditie als onafhankelijke variabele en het antwoord op variabele sanctie als afhankelijke variabele. Bij een significant verschil heeft de manipulatie van de sanctie dus een effect gehad op de beleving van de zwaarte van de sanctie. Conclusie: het verschil in gemiddelden (1.99) is significant in de verwachte richting t(125) = -7.02; p < .001. Met een gepaarde t-toets kunt u toetsen of de rechtvaardigheidsmanipulatie gewerkt heeft waarbij RV1 en RV2 als paar worden gebruikt. Conclusie: het verschil in gemiddelden (2.32) is significant in de goede richting t(126) = 8.81; p < .001.
Waarom wordt hier niet de onderste rij: EQUAL VARIANCES NOT ASSUMED gebruikt? Het is toch zo dat als je daarvan uitgaat dat je altijd goed zit?