Ik heb moeite met het interpreteren van de output bij opdracht 7 van de oefenopdracht:
In de grafiek kan ik inderdaad zien dat bij de actieve vakanties de PA geleidelijk oploopt gedurende de acht dagen en dat de PA in de passieve conditie geleidelijk afneemt:
Dan zeggen ze in het werkboek vervolgens dat je voorgaande conclusie ook uit de parameters kunt halen in de tabel fixed effects. De uitleg is dan als volgt: "De regressiecoëfficient voor 'day" is -0,181. Dit is een geleidelijke daling in PA voor de referentiecategorie (passieve vakantie), want de interactieterm is per definitie "0". Om het 'day"effect van de actieve groep te berekenen moeten we het "main"effect van "day' optellen bij het interactie-effect (+ 0,297). Dat wordt dus =0,098 (-0,181 + 0,297), een geleidelijke stijging voor de actieve groep dus."
Bijbehorende tabel:

Ik begrijp helaas niet goed hoe ik moet weten wat SPSS nu als baselinecategory/referentiectegorie kiest (welke wordt 0 en welke 1) en waar ik dat dan uit kan afleiden. En ik begrijp ook niet dat we het effect van de actieve vakantie-groep kunnen verkrijgen door het "main" effect van day op te tellen bij het interactie effect.....
Wat betekent de regressiecoefficiënt achter DayC en achter DayC*Condition in voornoemde fixed effect-tabel? Waarom wordt condition 2 iedere keer op "zero" gezet en is deze redundant?
Ik zit even vast, wilt/u mij weer in de juiste richting sturen :-)